Weverijmuseum krijgt half miljoen extra, maar komt handjes tekort
Theedoeken, kussens en tafelkleden. In het Weverijmuseum in Geldrop worden alledaagse producten gemaakt met machines die soms wel een eeuw oud zijn. Daarmee probeert de groep vrijwilligers al veertig jaar het verhaal te vertellen van de textielindustrie in de regio. Nu is de gemeente van plan de komende vijf jaar de subsidie te verhogen met in totaal een half miljoen euro.
Een financiële impuls die meer dan welkom is. "We gaan wat kleine verbouwingen doen, zodat we meer workshopruimte en tentoonstellingsruimte krijgen", legt interim-directeur Jolijn Brouwers de toekomstplannen uit. "Ook hebben we de ambitie dat alle machines draaien."
Die machines, ook al zijn ze soms meer dan honderd jaar oud, staan namelijk niet voor de sier in het museum. Door de vrijwilligers worden nog steeds producten gemaakt met de apparaten. Die tafellakens, theedoeken en veters komen vervolgens in de winkel van het Weverijmuseum terecht.
Tekst gaat verder onder de video
Handjes tekort
Aan die productie komt in de toekomst misschien wel een einde. "Het is ontzettend moeilijk om wevers te vinden", vertelt Brouwers. "We hebben een aantal hele goede wevers, maar die zijn al op leeftijd."
Daarom is het Weverijmuseum een educatieproject gestart voor vrijwilligers op de werkvloer. "Zij leren onderdelen van het weven, waardoor zij hen kunnen ondersteunen." Ook staan de nodige vacatures op de site. "Dus als je wil weven, kom hier langs."
Volgend jaar kunnen aspirant-wevers terecht in het verbouwde Weverijmuseum.
Laat je reactie achter