Feest, fysiek en factor20: introkiddo's TU/e kregen waar ze naar snakten

De intro van de TU/e zit er weer zo goed als op. Ruim tweeduizend nieuwe studenten maakten in een week kennis met de campus, het verenigingsleven en elkaar. Vooral dat laatste was een zegen, na gemankeerde corona-editie van vorig jaar.

En dat de behoefte aan ontmoeting groot was, blijkt wel uit de aanmelding voor de intro. Ruim 90 procent van de eerstejaars schreef zich er voor in. En waar ze ook vandaan komen; iedereen is klaar met de alternatieve online-programma’s, waar het onderwijs in zowel binnen- als buitenland mee volgestouwd was, het afgelopen jaar. En hoewel ook dag 1 van de introweek vooral online geprogrammeerd was, stond de rest van de week vooral in het teken van doen, proeven, meemaken en ontmoeten. En dat onder een grotendeels stralende hemel.

Feesten spreiden

Ja, voor ons is het ook een opluchting dat we weer zoveel konden en mochten dit jaar”, licht Iris de Wit van de introcommissie toe. “Vorig jaar moesten we alles splitsen en konden we steeds maar de helft op de campus kwijt. Nu was alleen de eerste dag echt online en de rest fysiek. Dat is natuurlijk een stuk feestelijker en gezelliger.” Om de feesten te kunnen laten doorgaan, moest de organisatie ze spreiden over meerdere velden, waar per terrein 750 studenten terecht konden. Maar zo kon iedereen ze toch bezoeken, daar waar hogeschool Fontys haar intro-festival Purple uit het programma moest schrappen. De Wit: “Wij hebben het geluk dat de campus zo groot is, dat we de massa konden spreiden. Zo kon de gemeente toch meewerken”. De TU/e kon ook de overnachtingslocatie in het Sportcentrum intact houden, ook al konden daar ‘slechts’ zestig mensen terecht. De rest moest de nacht toch op eigen locaties door zien te brengen.

Kamernood

Of die ‘eigen locaties’ inmiddels al gecontracteerde studentenkamers zijn, is bij de introcommissie niet bekend. “Het vinden van een kamer wordt in Eindhoven met het jaar lastiger”, weet Iris de Wit. Maar de meesten hebben inmiddels wel iets gevonden, of dat nou in de stad, daarbuiten of toch nog thuis bij pa of ma is.”