Eindhoven lukt het maar niet meer inwoners naar stembus te krijgen
Het lukt Eindhoven al jaren niet de opkomstcijfers van de gemeenteraadsverkiezingen op te krikken. De gemeente weet amper waarom mensen niet gaan stemmen. De informatie die er wel is, wordt nog niet benut.
Stemmen in de kamer van de burgemeester of in een mobiele stembus: begin dit jaar werden allerlei acties op touw gezet om de stemopkomst tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te bevorderen. Zonder succes, de opkomst was zelfs historisch laag. Nog geen 42 procent van de Eindhovenaren ging naar de stembus.
Groot verschil landelijk en lokaal
Sinds 2010 schommelt het opkomstpercentage tijdens de gemeenteraadsverkiezingen rond de 44 procent. Dat is een stuk lager dan het landelijk gemiddelde van 53 procent. Het verschil in opkomst met de landelijke verkiezingen is in Eindhoven ook groter dan gemiddeld. Ruim driekwart (78 procent) van de Nederlanders gaat stemmen voor de Tweede Kamer. In Eindhoven is dat gemiddeld 74 procent.
In Eindhoven geldt dus voor veel mensen: áls zij stemmen, dan stemmen ze vooral tijdens Tweede Kamerverkiezingen. Dat betekent onder andere dat de gemeenteraad geen goede afspiegeling is van de bevolking van de stad. Toch weet de gemeente niet goed waaróm mensen wegblijven bij de stembus. En vooral, hoe de opkomst kan worden opgekrikt.

Niet stemmen door te weinig politieke kennis
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat gebrek aan politieke kennis één van de belangrijkste oorzaken is van een lage verkiezingsopkomst. Ook politieke betrokkenheid en interesse in politiek zijn belangrijke voorspellers. Hoe meer mensen van politiek weten en hoe meer ze zich erbij betrokken voelen, hoe eerder ze naar de stembus zullen gaan.
In het CBS-onderzoek is echter niet per gemeente gekeken. De gemeente Eindhoven heeft deze gegevens evenmin. “Vanwege het stemgeheim is er geen informatie op persoonsniveau beschikbaar bij zowel de gemeente als bij het CBS”, zo laat de gemeente weten. Het onderzoeken waarom zoveel inwoners niet stemmen blijft daarom lastig.
Hoewel niet wordt bijgehouden wié er stemmen, is er wel informatie over wáár de meeste mensen naar de stembus gaan. Uit eerder onderzoek van Studio040 blijkt bijvoorbeeld dat in Eindhoven vooral de inwoners van de binnenstad gaan stemmen. De zege van GroenLinks tijdens de laatste verkiezingen is zelfs grotendeels toe te schrijven aan het aantal mensen (zeven op de tien) dat in het centrum gingen stemmen. In wijk Erp in Woensel-Zuid vulde iets minder dan drie op de tien inwoners een stembiljet in.
De conclusies van het CBS lijken ook op te gaan voor Eindhoven. Uit de Inwonersenquête van 2021 blijkt dat drie op de tien mensen niet stemmen omdat ze vinden dat ze te weinig van lokale politiek weten. Van hen dacht één op de drie dat ze wel zouden gaan stemmen als ze meer politieke kennis zouden hebben. De Inwonersenquête vraagt alleen naar de stemintentie, en is dus niet in strijd met het stemgeheim. Of iedereen die aangaf te gaan stemmen ook daadwerkelijk heeft gestemd tijdens de verkiezingen is echter niet zeker.
Ook mensen die zeggen wel te stemmen vinden de communicatie van de gemeente tekortschieten. Driekwart wil graag meer informatie over de beslissingen van de gemeenteraad.
Niet betrokken en niet geïnteresseerd
Tegelijkertijd weet twee op de vijf Eindhovenaren niet hoe ze op een andere manier dan stemmen hun mening kunnen laten horen. Raadsleden kunnen bijvoorbeeld gewoon benaderd worden per brief of e-mail, en natuurlijk via sociale media. Burgers kunnen daarnaast petities en burgerinitiatieven starten, én aansluiten bij meningsvormende vergaderingen van de gemeenteraad.
Het is dan ook niet zo gek dat 84 procent van de deelnemers van de enquête denkt dat raadsleden niet weten wat zij vinden. Er wordt slecht naar hen geluisterd, vindt 83 procent van de respondenten. Vier op de vijf inwoners vindt dat de gemeenteraad geen vertegenwoordiging is van de bevolking, waardoor zij zich niet betrokken voelen bij de politiek en bij politici.
Daarnaast zegt ook minder dan de helft van de respondenten geïnteresseerd te zijn in lokale politiek (48 procent). Jongeren, lageropgeleiden en mensen met een laag inkomen zijn het minst geïnteresseerd in de politiek. Dit zijn ook de groepen die steevast het minst stemmen, zo blijkt uit onderzoek van Studio040. Rijkere, hoogopgeleide 65-plussers stemmen daarentegen het vaakst.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Het is natuurlijk de vraag of de gemeente verantwoordelijk is voor de opkomst. De gemeente zelf vindt het een gedeelde verantwoordelijkheid. Ook politieke partijen zijn verantwoordelijk voor de opkomstcijfers. “Zij zijn immers afhankelijk van de stemmers”, aldus een woordvoerder van de gemeente. Floris Vermeulen, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam is het in die zin eens met de gemeente. Toch benadrukt hij ook het belang van de gemeente bij goede opkomstcijfers. “Een hoge opkomst is namelijk goed voor de legitimiteit van het politieke systeem”, vertelt hij. Een gemeenteraad kan alleen een geschikte beleid- en regelgeving voor een stad organiseren, als zij een goede afspiegeling is van de stad.
Ook politieke partijen zijn verantwoordelijk voor de opkomstcijfers. "Zij zijn immers afhankelijk van de stemmers."
Gemeente Eindhoven over verantwoordelijkheid voor de opkomstcijfers
Politicoloog dr. Kristof Jacobs van de Radboud Universiteit vindt het lastig te zeggen wie precies verantwoordelijk is voor het opkrikken van de opkomstcijfers. “Dat is meer een filosofische vraag. Het komt van meerdere kanten: gemeente, politieke partijen, maar ook vanuit burgers zelf.” Jacobs vindt iedereen in zekere zin verantwoordelijk voor de opkomstcijfers. “Hoewel, de overheid kan doen wat ze wil, als ze geen opkomstplicht instelt, zal het weinig effect hebben.”
Uit onderzoek blijkt dat opkomstplicht eigenlijk de enige maatregel is die echt een tastbaar effect heeft. “Als gemeente zelf kan je hier alleen natuurlijk niet over beslissen”, vertelt Jacobs. Wat betreft het vergroten van de opkomst moeten gemeenten echter volgens hem ook realistisch blijven denken. “In een grote stad is de opkomst laag. Je kan dat wel proberen op te krikken door bijvoorbeeld campagnes om de opkomst te bevorderen, maar het effect van dergelijke acties blijkt beperkt.”
Burgerberaad om betrokkenheid en interesse op te krikken
Om de politieke betrokkenheid van Eindhovenaren te vergroten diende D66 een initiatiefvoorstel in om burgerberaden te organiseren. Bij zo’n beraad wordt een diverse groep Eindhovenaren ingeloot om de raad te adviseren over vraagstukken waar zij als burgers belang bij hebben. Door het vergroten van de inspraak, hoopt D66 in de toekomst meer Eindhovenaren naar de stembus te krijgen.
Of het organiseren van burgerberaden dé oplossing gaat zijn voor de lage verkiezingsopkomst valt nog te betwijfelen. “Het is geen wondermiddel”, zo vertelt Kristof Jacobs. “Het zal de opkomst echt niet ineens van 41,8 naar 70 procent doen stijgen, maar als het met 3 of 4 procentpunt stijgt, dan is dat ook al een verbetering.” Floris Vermeulen: “Alles wat er voor zorgt dat burgers meer betrokken worden bij de lokale politiek heeft een positieve invloed op de opkomst.”
"Het is geen wondermiddel."
dr. Kristof Jacobs over het burgerberaad
Niet alle partijen zijn akkoord met het voorstel van de burgerberaden. Zo denkt de SP dat je niet de mensen bereikt die je zou willen bereiken, vertelt Jannie Visscher. “Het vertrouwen in de lokale politiek willen we graag herstellen, maar dit gebeurt niet door het organiseren van burgerberaden”, aldus Visscher. “Om vertrouwen te krijgen moet je eerst zélf betrouwbaar zijn. Daar begint het mee.”
De behandeling van het initiatiefvoorstel over het burgerberaad zou voorlopig zijn uitgesteld, maar ondanks dit besluit is het burgerberaad toch opgenomen in het bestuursakkoord. Dat houdt in dat er in de aankomende bestuursperiode minimaal één keer een burgerberaad georganiseerd zal worden. Wanneer en waarover dat zal zijn is niet bekend.
Laat je reactie achter